Nooit meer voorzichtig

“Rijd voorzichtig”… je  hoort het deze winter allicht weer vaak op de verkeersberichten, behalve als het van mij afhangt. Moeten we dan geen rekening meer houden met omstandigheden als gladheid? Is dit een uitnodiging om roekeloos je eigen ding te gaan doen? Dat ook weer niet.

Het gaat om de boodschap die met ‘voorzichtig’ gegeven wordt, en meer bepaald om de mindset die via ‘voorzichtig’ wordt verwoord. Toen we als kind naar school fietsten, waren de laatste woorden die we hoorden als we thuis vertrokken: “Braaf, goed leren én voorzichtig!”. Toen ik als tiener naar de manege ging: “Wees voorzichtig he!”. Telkens we met de auto de baan op gingen: “Voorzichtig onderweg!”.

Ik stond er nooit bij stil, het hoorde als het ware bij een soort rituelen van onze hele moederlijke moeder. En ik hoorde waarschijnlijk vooral de onderliggende liefde die deze rituelen deed ontstaan. Tot het werken met paarden me bewust maakte van de eigenlijke boodschap onder ‘voorzichtig’. Ik ben het nooit meer. En ik raad iedereen af het te zijn.

Het gaat om waar de boodschap ‘voorzichtig’ de aandacht op legt. ‘Voorzichtig’ in bovenstaande rituele boodschappen betekende zoveel als ‘Zorg ervoor dat jou niets overkomt’: zorg ervoor dat je geen ongeval hebt, dat je niet valt, dat je niet gebeten of gestampt wordt. ‘Voorzichtig’ geeft de boodschap om iets te vermijden, vanuit angst, en dat maakt het in de eerste plaats al een allesbehalve oplossingsgerichte boodschap. Wat moet je dan precies wél doen om geen ongeval te hebben? Om niet te vallen? Om niet gebeten of gestampt te worden? Daarnaast verstaat de natuur geen ‘niet’: als je iets niet wil, leg je daar juist de aandacht op (Denk eens niet aan een konijn… Wat is het eerste beeld dat in je opkomt?). En last but not least: angst legt lading op de realiteit vanuit veronderstellingen en interpretaties. De boodschap “Wees voorzichtig!” als ik naar de manege vertrok, kwam voort uit de angst dat een paard bijt, stampt en onmiddellijk op hol slaat als het schrikt. Hoe meer ik me ging verdiepen in het wezen paard, hoe meer dat werd weerlegd. Vooraleer een paard bijt of stampt geeft het eerst subtiele tot duidelijke signalen, tenzij er een trauma op het gedrag zit. En op hol slaan? Paarden dragen goed zorg voor hun energie. Als vluchtdieren kunnen ze het zich niet veroorloven om energie te verspillen. Paarden doen wat nodig is, op het moment dat nodig is, in het volume dat nodig is. Een paard in balans checkt als het schrikt of vluchten nodig is. Zoja: gáán! Zo nee: dan niet.

Ik vind in de natuur geen voorbeelden van ‘voorzichtig’: een aap springt niet voorzichtig door een boom. Dat zou betekenen dat hij zijn aandacht erop zou richten die takken te vermijden die niet sterk genoeg zijn, of mogelijks te ver uit elkaar liggen. Ik vind in de natuur ook weinig voorbeelden van roekeloos gedrag, het tegenovergestelde van voorzichtig. “We zien wel” is immers ook geen mindset waar je in de natuur lang op overleeft. De natuurlijke staat van dieren is alertheid: hun radar staat constant aan, hun aandacht is 360°. Niet vanuit ‘oppassen dat er niets gebeurt’, wel vanuit ‘opletten om te kunnen doen wat nodig is’. Dit is geen voorzichtigheid, noch roekeloosheid: dit is zorgvuldigheid. Zorgvuldigheid is een mindset die een wereld van verschil maakt. Het vertrekt vanuit observatie in plaats van vanuit angst, het doet kijken naar mogelijkheden en nodigt uit tot constructieve actie. Een aap die door een boom springt, zoekt die takken uit die wél stevig genoeg zijn en schat in welke afstanden wél te overbruggen zijn. Een aap die door een boom springt, doet dat zorgvuldig.

“Wees voorzichtig” is niet alleen een boodschap die – hoe goed bedoeld ook – gegeven wordt vanuit angst, het nodigt ook uit tot angst, tot aandacht leggen op mogelijk gevaar. Wat is dan een zorgvuldig alternatief? De boodschap “Hou het veilig” bijvoorbeeld. “Rijd veilig” nodigt uit tot opletten in plaats van oppassen, het richt de aandacht op wat te doen in plaats van op wat te vermijden. Als het van mij afhangt, wordt dat de boodschap die vanaf nu in verkeersberichten wordt gegeven.  Als het van mij afhangt, handelt iedereen vanaf nu zorgvuldig in plaats van roekeloos of voorzichtig, ook in communicatie.

Ook in taalgebruik zijn we immers al te vaak of roekeloos, of voorzichtig, wat boodschappen respectievelijk agressief of onzichtbaar maakt. Alleen zorgvuldige communicatie leidt tot ladingloze assertiviteit. Een voorbeeld van voorzichtige communicatie is “Het zou fijn zijn als je dat eventueel eens zou kunnen proberen”. Rond deze boodschap zit veel verpakking, mogelijks vanuit onzekerheid of om te vermijden de ander te bruuskeren. De reden doet er niet zoveel toe, het resultaat is dat de eigenlijke boodschap niet duidelijk gemaakt wordt: wat wil de gever van deze boodschap nu precies? Een roekeloos gegeven boodschap zou kunnen zijn: “Doe dat nu toch gewoon”. Dit is eerder een boodschap die naar de ander gegooid dan gecommuniceerd wordt. Vooral door het gegeven ‘gewoon’: de gever van de boodschap gaat er klaarblijkelijk van uit dat de ander logischerwijze eenzelfde kijk heeft als hij. Wat zou dan een zorgvuldige versie kunnen zijn van deze boodschap? “Deze mailing moet vandaag voor 16u de deur uit zijn, mijn vraag aan jou is om dat te doen. Wat heb je nodig om ervoor te zorgen dat dat in orde komt?”. Feit, verwachting, check: dat zijn enkele basisingrediënten van zorgvuldige communicatie. Agressieve en voorzichtige communicatie zijn reactief en ik-gericht, zorgvuldige communicatie is ladingloos en leidt tot daadwerkelijke inter-actie.

“Wees voorzichtig”… Mijn moeder is de enige die het nog tegen me mag zeggen, uit nostalgie voor de liefdevolle rituelen. Ook zij doet het echter niet meer. “Hou het veilig he” drukt ze me nu met een kus op m’n voorhoofd als ik terug de auto in stap. Het is een nieuw ritueel, even liefdevol als het oude, wel met een veel constructievere boodschap.

Nu de verkeersberichten nog… Wordt vervolgd!


‘Stop’. Een oplossingsgericht en ladingloos alternatief voor ‘Nee’

Een van de meest beladen woorden is volgens mij het woord ‘nee’. Hoe zo’n kort woord zoveel lading kan dragen, ik blijf er versteld van staan: schuldgevoel, angst, boosheid, macht, wanhoop, moedeloosheid, over-enthousiasme, en dan vergeet ik allicht nog wel wat. In m’n werk als coach & consultant kom ik het heel vaak tegen als issue waar mensen mee worstelen. Er wordt bijna steevast het etiket ‘moeilijk’ op gekleefd: moeilijk om te zeggen, moeilijk om vol te houden, moeilijk om te krijgen. Velen zijn terughoudend om nee te zeggen tegen een hiërarchisch meerdere want ‘dat kan je toch niet maken’, ze willen er niemand mee kwetsen, ze willen niet als lui bestempeld worden, ze zouden er een kans mee kunnen missen,… er zijn veel redenen om het woord niet te gebruiken. En er zijn minstens evenveel redenen om dat wel te doen. Niet nee kunnen zeggen heeft immers voelbare consequenties: je blijft namelijk zitten met meer werk dan tijd en energie. Tijd en energie kunnen we niet bij maken, het komt er dus op aan beter te kunnen regelen wat we in de beschikbare tijd met onze beschikbare energie gaan doen. Als nee zeggen zo moeilijk blijkt te zijn, is er dan misschien een alternatief? Jazeker: Stop.

Het werken met paarden heeft me daar veel in geleerd. Mijn overleden leermeester Pieter Baalbergen maakte me ooit bewust van hoe helder paarden communiceren rond hun persoonlijke leefruimte en hoe belangrijk het is om dat in het werken met paarden ook te doen met je eigen persoonlijke leefruimte. Hij leerde me ervaren dat je aanwezigheid niet ophoudt bij je huid. Als in een bioscoopzaal een wildvreemd iemand op de stoel naast je komt zitten terwijl er in de zaal nog heel wat vrije plaatsen zijn, dan kan dat heel erg ongemakkelijk voelen. Ook al raakt die persoon je niet aan, hij zit ongevraagd in jouw persoonlijke leefruimte en dat heeft impact. Tijdens mijn opleiding bij Pieter werkte ik lang met een hele bijzondere merrie, Vitara. Het was een pittig traject, ze heeft me heel veel geleerd. Het ene moment maakte ze zacht en open contact, het andere moment was ze niet te benaderen, een volgend moment stond ze uit het niets steigerend vlak voor m’n neus. Er was in haar gedrag geen lijn te trekken. Ze intrigeerde me, en tegelijkertijd beangstigde haar gedrag me soms ook. Zij was het eerste paard dat me een alternatief leerde vinden voor ‘nee’. Ik merkte namelijk dat een ‘nee’ haar boos maakte. Ik begon te onderzoeken hoe dat kwam, welke boodschap ik gaf met een ‘nee’. Ik besefte dat ik met mijn ‘nee’ haar gedrag als fout bestempelde en er geen uitnodiging mee gaf voor wat ik dan wél wilde. Een ‘nee’ geeft aan wat je niet wil, en legt er net daardoor extra aandacht op: welk beeld springt als eerste in je hoofd als je gevraagd wordt niet aan een konijn te denken?… Juist. Ik zette met ‘nee’ een grens rond mijn persoonlijke leefruimte en verbood haar daar voorbij te gaan. Een grens is statisch en net door het verbod om erover te gaan, nodig je daar toe uit. Denk maar eens terug aan de tijd dat je naar je eerste fuiven mocht beginnen gaan, en je ouders de grens trokken op “Zorg ervoor dat je om half één thuis bent, anders zwaait er wat!”. Wat deed je na een tijdje met die grens? En ook ruimer: de meeste oorlogen zijn al om grenzen gevoerd… Een grens veronderstelt dat er iets van de een is en iets van een ander, en dat hoort dan op een of andere manier steeds een of…/of…-verhaal te zijn waar alleen via discussie over kan worden gecommuniceerd.

Paarden maken veel duidelijk via heldere communicatie omtrent hun persoonlijke leefruimte. Persoonlijke leefruimte is dynamisch en afgestemd op wat nodig is in het moment. Persoonlijke leefruimtes zijn en…/en…: ze kunnen overlappen. Het is geen ijl gegeven, het is een ruimte waarin heel wat informatie over en weer gaat: ‘Wat is jouw intentie?’; ‘Wat is jouw boodschap?’… Ook bij mensen is persoonlijke leefruimte een wezenlijk onderdeel van onze communicatie, alleen merken wij vaak de subtiele signalen niet meer op, noch bij onszelf, noch bij een ander. Gevolg: tegen de tijd dat we voelen dat iets of iemand – fysiek of qua energie – te dichtbij is, zien we vaak als enige optie het aangeven van onze grens: “Nee, niet dichter!”. Dergelijke reactie komt binnen als aanval (of vlucht) en dat lokt op zijn beurt vlucht (of aanval) uit. Voor wie zich wil verdiepen in de impact van gedrag op gedrag kan ik lectuur rond de interactieroos van Leary warm aanbevelen.

Stellen paarden dan nooit grenzen? Toch wel, alleen is daadwerkelijk de grens aangeven meestal een laatste fase. Er gaan veel signalen over persoonlijke leefruimte aan vooraf. Het opmerken van die signalen maakt een beladen ‘nee’ overbodig. Hoe werkt dat dan? Daarvoor ga ik even terug naar Vitara. Ik leerde hoe ik de werkelijke boodschap die ik wilde geven kon duidelijk maken. MIjn werkelijke boodschap was niet ‘nee’, mijn werkelijke boodschap was ‘Blijf maar daar, de ruimte tussen ons heb ik nodig om voor onze veiligheid te kunnen zorgen’. Ik had een heel duidelijke invulling van ‘daar’: de momenten dat Vitara uit contact ging was ‘daar’ op minimum vijf meter afstand. Het was alleen een wezenlijk andere boodschap dan ‘Nee, niet dichter’: via ‘daar’ bleef het communicatielijntje open. Ik probeerde niet meer haar gedrag te corrigeren, dat ze ‘daar’ steigerde, schopte, rondstuiterde of bokte maakte mij niet meer uit. Ik wilde ze ook niet meer weg van mij. Ik kon haar oprecht de boodschap blijven geven ‘We kunnen ook samen zijn met een veiligheidsafstand tussen ons in’. Zo bleef ik in de Samen-modus, en nodigde haar daarmee uit hetzelfde te gaan doen.

Ik wist toen nog niets van het gedragsmodel van Leary, noch van oplossingsgericht werken, maar achteraf gezien heeft o.a. Vitara me toen de praktijk al bijgebracht van twee basisthema’s die ik nu als coach & consultant consistent verder uitdraag.

Heel concreet: de boodschap ‘Blijf maar daar, de ruimte tussen ons heb ik nodig om voor onze veiligheid te kunnen zorgen’ valt samen te vatten in de boodschap ‘Stop’. De stop-mindset is wezenlijk verschillend van de nee-mindset. Een stop-mindset creëert exploratieruimte, houdt de communicatie open, nodigt uit om samen te kijken naar hoe nu verder. Deze mindset heeft in het werken met Vitara ontegensprekelijk voor meer connectie gezorgd en dat uitte zich in haar gedrag als meer afstemming. Mijn nee-mindset maakte haar boos en leidde tot discussie. Mijn stop-mindset maakte haar nieuwsgierig en bracht connectie teweeg. En dit geldt merk ik evenzeer in menselijke communicatie.

Ik raad aan om vanuit bovenstaande een ja-/nee- vraag als “Het is dringend, kan jij dat nu even doen?” niet meer te beantwoorden met ja of nee als eerste woord, wel met ‘stop’ of een synoniem daarvan als eerste woord (“momentje”, “wacht even”). Vervolgens kan je gaan onderzoeken wat precies wordt bedoeld (‘Wat houdt jouw vraag precies in?”; ‘Ik hoor je zeggen dat het dringend is, wanneer is de deadline?’) om dan ja of nee als conclusie te formuleren. Ik kan je garanderen dat het je tijd oplevert, alsook energie én respect. Immers, vanuit een onderzoek naar wat er precies gevraagd wordt, wordt je ‘ja’ een gefundeerde ja, en je ‘nee’ een gefundeerde nee. Als je te snel ja zegt, vinden mensen je misschien wel lief en makkelijk, maar dat leidt niet noodzakelijk tot respect… Als je te snel nee zegt, vinden mensen je waarschijnlijk bot, en ook dat leidt niet tot respect…

Ik heb al veel verbindende duidelijkheid zien ontstaan door het gebruik van ‘Stop’: in communicatie van leidinggevenden naar medewerkers, van medewerkers naar leidinggevenden, tussen collega’s en ook binnen de persoonlijke context van mensen.

Eén uitzondering toch wel op wat hierboven is beschreven: als je geliefde je vraagt om te trouwen, start je antwoord dan toch maar beter niet met ‘Stop. Voor ik daar ja of nee op kan zeggen, wil ik eerst precies weten waar het over gaat…’ Op dat moment zou de exploratiefase best al plaatsgevonden hebben, toch? 😉

 

Wendy Van den Bulck
www.equoia.org


Ga van die rotonde af!

Dit is een blog over hoe weten wat je wil verdomd verwarrend kan zijn. En over hoe je er zelf voor kan kiezen om van keuzemoetelijkheden keuzemogelijkheden te maken.

Een tijdje geleden werkten mijn jongste broer en ik aan een update van de website, meer bepaald aan de beschrijving van het Basisprogramma Ladingloze Communicatie. Wat er stond was dat de eerste twee dagen van dat programma (rond Aandacht en rond Richting) gaan over ‘Wat wil ik?’ en de drie volgende (rond Kracht, rond Zorgvuldigheid en rond Assertiviteit) gaan over ‘En meen ik dat ook echt?’. Ik las het, en plots klopte iets voor mij niet meer. De basis is niet weten wat je wil, de basis is daadwerkelijk ergens voor kiezen!

We zijn in volle vakantieperiode. Wat ik wil in deze vakantie? Ik wil het 7de-eeuwse klooster bezoeken op het Ierse eiland Skellig Michael, ik wil naar de vermeende zonnepiramide nabij Visoko in Bosnië, ik wil gaan paardrijden in het Khan Khentii gebergte in Mongolië, ik wil naar het Sequoia National Park in Californië om de reuzensequoia General Sherman te zien, ik wil pandaberen gaan spotten in het Wolong Nationaal Park in China, ik wil naar het Italiaanse Ligurië om een dierbare vriendin een bezoekje te brengen, ik wil terug naar het Griekse eiland Karpathos waar ik met de bijzondere hengst Poupito heb gewerkt, ik wil naar de Mount Kailash in Tibet, ik wil deugddoende wandeltochten maken in de mooie Belgische Ardennen, ik wil gezellig een terrasje doen in Gent, ik wil quality time spenderen met mijn paarden, ik wil mijn ramen schilderen, ik wil mijn werkwijze verder uitschrijven. Ik wil zo veel!

Ja, het is belangrijk om te weten wat je wil. Je kan daar echter in verdrinken als je geen keuzes maakt. Geen keuzes maken is als blijven rondrijden op een rotonde. Telkens weer passeer je dezelfde opties en vaak zie je er na verloop van tijd zelfs steeds meer. Stuk voor stuk zijn het dingen die je tof zou vinden om te doen, die je iets kunnen zouden kunnen bijbrengen, die al zo lang op je verlanglijstje staan, die je deugd zouden doen. Deels doen ze je dromen, en deels duwen ze je in chaos: wat doe je met zo’n veelheid aan opties?

Alles heeft z’n consequenties: als je blijft rondrijden op een rondpunt, rijd je je benzinetank leeg. Ik heb immers pal op een rotonde nog nooit een benzinestation zien staan. De enige manier om van een rotonde af te komen is door een afslag te kiezen en te gaan kijken of je iets met die keuze kan. Zo ja, dan rijd je verder, zo nee dan kies je een andere optie. En je kan telkens maar voor één optie tegelijk kiezen.

Dat is het lastige: we hebben vaak het gevoel dat we een heleboel deuren dicht doen als we voor iets kiezen. We zien keuzes als keuzemoetelijkheden, vaak ingegeven door angst. Dergelijke keuzes zijn geen volle keuzes, want op de achtergrond klinkt een stemmetje: ‘Stel dat het de foute keuze is?’… Paarden leven niet in besluiteloosheid, noch in juiste of foute keuzes. Ze gaan, ze doen, en alles wat daaruit voortvloeit is informatie waar vervolgens weer iets mee wordt gedaan. Het is wat het is. En wat je er van maakt. Paarden leven me voor dat er geen foute keuzes zijn. Er zijn alleen keuzes, en consequenties van die keuzes.

Ik heb van paarden geleerd dat keuzes maken onderzoeken is, en dat onderzoeken een vind-tocht is naar mogelijkheden. Keuze-mogelijkheden. Vanuit keuzemoetelijkheden gaan we keuzes die we maken vaak weer in vraag stellen: ‘Was het wel de juiste keuze?’. Op die vraag zijn fundamenteel maar twee antwoorden: ja of nee. Beide antwoorden kunnen een hoop lading doen ontstaan: een ja creëert een soms principieel vasthouden aan een keuze, een nee leidt naar twijfel, naar het loslaten van de keuze om zo weer op de rotonde terecht te komen. Vanuit het onderzoeken van keuzemogelijkheden kunnen we onszelf – open – vragen stellen over keuzes i.p.v. onze keuzes in vraag te stellen. Vragen als: welk verschil gaat deze keuze maken? Voor mij? Voor anderen?. Dit onderzoek helpt om – althans in dit moment – vol ja te zeggen tegen deze keuze. Al wat uit deze keuze voortvloeit, is informatie waar je vervolgens weer iets mee kan doen. Zo wordt kiezen een nooit aflatende ontdekkingsreis die je steeds wel weer ergens brengt. In Ierland, in Bosnië, in Mongolië, in Californië, in China, in Italië, In Griekenland, in Tibet, in de Ardennen, in Gent of thuis bij mijn paarden. Of ergens anders. Elke keuze is OK.

Juist en fout ontstaan wanneer je jouw werkelijkheid ziet als de werkelijkheid. ‘Juist’ is dan wat overeenkomt met jouw beeld, ‘fout’ is wat van jouw beeld afwijkt. Als ‘juist of fout’ ‘anders’ wordt, worden verschillen plots verrijkend, en wordt alles informatie: een oneindig pallet aan opties, waaruit jij mee jouw werkelijkheid kan gaan creëren door het maken van keuzes. Telkens je kiest, duw je op de start-knop van creatie. Elke keuze is de start van nieuwe keuze-mogelijkheden, én de start van het realiseren van dromen: enkel uit concrete keuzes kunnen verwezenlijkingen ontstaan…

Als je op de rotonde van besluiteloosheid rondrijdt, kijkend naar alle opties, weet dan dat het niet de opties zijn die steeds langskomen. De opties zijn er, en jij kiest: blijf je rondjes rijden? Of zet je je richtingaanwijzer aan, geef je die draai aan je stuur en start je weer een ontdekkingsreis?…

Vanuit mijn eerdere opsomming van wat ik allemaal wil tijdens deze vakantie heb ik een keuze gemaakt. Een consequentie van die keuze ben je nu aan het lezen. Andere consequenties van die keuze zijn dat m’n ramen en m’n paarden even moeten wachten, net als dat terrasje in Gent, de wandeling in de Ardennen, en al die andere dingen die ik ook wel wil. Ik kan immers maar één keuze tegelijkertijd maken, en dat is helemaal OK. Met het kiezen voor het schrijven van deze blog ben ik een nieuwe reis gestart, ik ben benieuwd naar welke keuzemogelijkheden me dit weer gaat leiden.

 


Meen je het écht? … Paarden onthullen het antwoord

‘Stomme knol’

“Niet zo dicht! Wat een lastig beest is dit zeg, echt een drammer! Hier Wim, pak jij hem maar over. Het leek een schattige pony, maar hij is me veel te opdringerig.” Wim pakt het touw van Els over. Hij laat de ‘drammer’ Djohar even aan zijn hand ruiken, neemt rustig de omgeving in zich op, kijkt Djohar kameraadschappelijk aan en begint zelfbewust te stappen. Djohar zucht ontspannen en stapt met hem mee. Hoofd laag, likkend en kauwend, op een ruime meter afstand van Wim. Op hetzelfde moment staan ze stil, op hetzelfde moment beginnen ze voluit te rennen, op hetzelfde moment komen ze samen weer tot rust. Els staat er met open mond naar te kijken en zegt laconiek: “Zo, het ligt dus duidelijk niet aan het paard… Da’s een pijnlijke.” “En een kans…”, voeg ik toe.

Dit zijn van die sleutelmomenten. Ik neem Els mee door de vijf kernkwaliteiten die ik door de jaren heen van de paarden heb geleerd en die de pijlers geworden zijn waar mijn bedrijf  Equoia op steunt: Els wordt zich bewust van de kracht van aandacht, van het belang van richting, van het verschil tussen kracht en macht, van het onderscheid tussen zorgvuldig en voorzichtig, van de betekenis van authentieke assertiviteit. Djohar heeft Els op weg gezet naar het vinden van antwoorden op een fundamentele vraag: ‘Hoe word ik van betekenis?’ ‘Hoe nodig ik de ander uit om echt ja te zeggen tegen mijn boodschap?’ Els’ ogen worden vochtig. “Dit is een levensthema”, zegt ze. “Stomme knol”, voegt ze er liefdevol aan toe. “Wie denkt nu dat even rondlopen met een paard aan een touw zo veel kan losmaken?!”

Van betekenis zijn d.m.v. Ladingloze Communicatie

Dit is slechts één verhaal. Ik kan er intussen veel vertellen, en telkens raakt het me weer. Paarden maken dingen los, en helpen je er richting aan te geven. Dat is waar mijn rol begint. Ik observeer en geef ‘ondertiteling’ bij wat ik zie gebeuren in de interactie tussen mens en paard. Mijn uitgangspunt daarbij is dat de paarden zichzelf moeten kunnen zijn in het werken met mensen. Ik ga hen niet corrigeren in hun gedrag, hun gedrag in dat moment vertelt immers iets over de interactie in dat moment. Zo ga ik Djohar z’n drammerige gedrag niet ‘afleren’. Hij zou ‘gemakkelijker’ zijn om mee te wandelen als hij niet zo’n drammer was, alleen: ik wil geen ‘gemakkelijke’, ‘brave’ paarden. Ik wil paarden die zijn wie ze zijn en daardoor mensen uitnodigen dat ook te doen. En belangrijk: het gaat bij ‘van betekenis zijn’ niet om winnen of verliezen, het gaat om het initiatief van degene die vanuit Samen de krachtigste uitnodiging kan klaarleggen. Dát is – in dat moment – degene die het meest betekenis heeft. En geeft.

In het geven van mijn ‘ondertiteling’ hanteer ik twee basisprincipes: feitelijkheid en oplossingsgericht werken. Ik ga niet op zoek naar ‘Wat zou het paard bedoelen?’ en ook niet naar ‘Waarom doet het paard zo?’. Waar ik mee aan de slag ga, is het exploreren van het moment (Wat gebeurt hier?) om dan naar het fundament van betekenisvolle communicatie te gaan: Wat is jouw boodschap? Wat wil je (wél)? En meen je dat ook écht?…

De taal van de ondertiteling die ik geef, is Ladingloze Communicatie. Onder de ‘lading’ van emoties, oordelen en verhalen is alles informatie, gezien door de bril waardoor jij kijkt, beseffend dat de bril waardoor iemand anders kijkt, anders is. Niet beter, niet slechter. Anders.

Die acceptatie is nodig om te kunnen doen wat (vooral) leiddieren doen: authentiek zorgen voor jezelf om van betekenis  te kunnen zijn voor de ander. Klinkt simpel. Is dat in wezen ook, en net dat maakt het vaak zo moeilijk…

Alles is écht

Ik ‘gebruik’ mijn paarden niet voor coachings en teambegeleidingen. Ze worden niet in een rol gezet, en er wordt niet geëxperimenteerd met wat niet klopt of met wat iemand niet meer wil. Dus geen ‘Kijk eens naar het verschil in de reactie van het paard tussen wanneer je hem wegjaagt of wanneer je ladingloos je eigen persoonlijke ruimte duidelijk maakt’. Voor een paard bestaat ‘oefenen’ immers niet, of ‘doen alsof’. Voor een paard is alles écht. Als je hem wegjaagt om te kijken hoe hij reageert, is dat voor het paard geen experiment, wel een echte ervaring. En daar wil ik dat zorgvuldig mee omgegaan wordt in wat ik vanuit Equoia met de ondersteuning van mijn paarden aanbied: mijn paarden zijn geen extraatje in de individuele coachings en de teambegeleidingen, ze zijn volwaardige partners vanuit hun authenticiteit.

Thema’s die vaak aan bod komen in individuele coachings zijn assertiviteit (constructief durven), heldere communicatie (is wat je zegt ook wat je bedoelt?) , zichtbaarheid creëren (want ik ben het waard!), krachtig uitnodigen vanuit een authentiek Samen (ik draag bij). In teambegeleidingen werken we meestal rond ‘Purpose’ (welke richting gaan we gezamenlijk uit?) en rollen (wat kan ik van jou verwachten? En jij van mij? Hoe creëer ik eigenaarschap? En wat is er nodig om dat eigenaarschap ook daadwerkelijk op te nemen?) . We werken in teambegeleidingen toe naar een meer dynamische balans binnen de ‘kudde’ (het team).

“Wie denkt nu dat even rondlopen met een paard aan een touw zo veel kan losmaken?!”… Ik ben dankbaar dat het mensen blijft verwonderen, en draag daar vanuit Equoia samen met mijn paarden graag mijn steentje in bij.


Poupito

 Poupito

Dit is geen verhaal over het werken met een paard op het idyllische Griekse eiland Karpathos waar ik ben in het kader van de jaarlijkse Solution Focus Summer Retreat. Dit is het verslag van het werken met een jonge hengst als illustratie van de kracht van ladingloze communicatie.

Ik maak kennis met de vijfjarige hengst Poupito op een parking in een havenstadje op Karpathos. Poupito is sinds drie jaar bij zijn eigenaar die hem kocht vanuit liefde op het eerste gezicht. Het paard staat aangebonden en heeft een halster aan met bit. “Nodig”, zegt zijn eigenaar, “Zonder bit gaat hij ervandoor: hij is een erg zelfstandig paard”. Veel ruimte om contact te maken is er niet, noch qua plaats daar tussen de geparkeerde auto’s, noch qua tijd. Ik breng mijn hand richting Poupito’s neus en krijg opdringerig gehap in plaats van open nieuwsgierigheid. Persoonlijke ruimte wordt een issue.

Het jonge paard trekt me aan: zijn ongenaakbaarheid daar op die volle parking, de sprankel in zijn ogen, zijn eigengereidheid. Ik ben nieuwsgierig én ik vind het spannend. Werken met een onbekende jonge hengst op een voor hem onbekende plek in omstandigheden die heel anders zijn dan die me vertrouwd zijn: rationeel gezien is dat niet het verstandigste om te doen, buikgevoel en nieuwsgierigheid doen me toch in dit avontuur stappen.

’s Namiddags om stipt drie uur komt de eigenaar met de trailer het open stuk onder het terras van de Taverna opgereden. Poupito wordt uitgeladen. Ik kan geen omheind stukje creëren om los met hem te werken. Om toch voor ons allebei voldoende rond ruimte te kunnen werken heb ik de eigenaar gevraagd een stevig leidtouw mee te brengen van zo’n zes meter lengte. Hij heeft ervoor gezorgd.

Poupito blijkt inderdaad onafhankelijk te zijn. Zelfbewust stapt hij door de nieuwe omgeving. Ik ben voor hem gewoon een onderdeel van die omgeving, iets aan de andere kant van het touw. Ik zal op een heldere en ladingloze manier de nodige leiderschapskwaliteiten moeten inbrengen wil ik een ‘ja’ van hem krijgen. Een uitdaging, aangezien ik in de eerste momenten voor hem duidelijk niet besta. Hij neemt het initiatief, en hij verdraagt me.

 

Steevast belangrijk en in deze situatie ben ik er extra zorgvuldig in: ik leg een duidelijke intentie klaar. Wat ik wil is datgene inbrengen dat nodig is om voor hem in dit moment van betekenis te worden. De weg daar naartoe start bij 360° aandacht en helderheid in het aangeven van mijn persoonlijke leefruimte.

Om het gesprek met Poupito op gang te krijgen, is het nodig dat ik zijn aandacht naar me toe krijg. Dat doe ik in eerste instantie door met mijn aandacht de zijne te overkoepelen. Ik ga aan de slag met zijn aandacht, niet met zijn lijf. Werken met een paardenlijf waarin niemand thuis is, leidt immers tot niets. Het zou hetzelfde zijn als praten tegen een telefoon waarvan degene aan de andere kant van de lijn de hoorn naast het toestel heeft gelegd om even de planten water te gaan geven.

Ik zet al mijn zintuigen open en zie mezelf als middelpunt van een radar. Zo scan ik mee de wijde omgeving, 360° rond. Soms blijf ik staan, soms wandel ik. Stilaan komt er interesse. Regelmatig begint Poupito een oor mijn kant uit te draaien, af en toe kijkt hij en steeds vaker komt hij dan daadwerkelijk naar me toe, waarbij hij aanvankelijk zowat over me heen dendert. Deze jongeman staat als hengst al jaren alleen. Hij krijgt van andere paarden niet het omgaan met elkaars persoonlijke leefruimte mee en dat resulteert bij Poupito in behoorlijk drammerig gedrag. Persoonlijke leefruimte is essentieel: het is de ruimte die ervoor zorgt dat je voor veiligheid kan zorgen voor jezelf en voor de ander. Poupito is het duidelijk niet gewend hier een conversatie rond te hebben, er is een hoog volume ladingloze duidelijkheid nodig om tot afstemming te komen. Om zelfs nog maar tot een opening naar afstemming te komen.

Het vraagt zorgvuldigheid: als ik op dit drammerige gedrag in reactie ga en zou proberen hem onder controle te krijgen, loop ik het risico dat hij in een strijd gaat die ik niet wil voeren, en wel om twee redenen. Voor me staat een kleine zeshonderd kilo paard en ik wil voor hem van betekenis worden. Strijd met zeshonderd kilo paard verlies ik, met de kans dat ‘van betekenis zijn’ dan letterlijk de grond wordt ingestampt.

De uitdaging om in reactie te gaan is groot. Als ik er even met mijn aandacht niet voldoende bij ben doordat bijvoorbeeld het voor mij niet vertrouwde touw in een slag slaat, chargeert hij door in mijn ruimte te drammen en dominant te happen. Mijn antwoord is duidelijkheid, geen afstraffing. Ik straf hem niet voor wat hij zojuist deed, ik geef aan hoe ik onze samenwerking nu en naar de toekomst toe wél zie. En daar ben ik onmiskenbaar – wel ladingloos – duidelijk in.

In die modus stappen we rond en blijven we staan, en hij wordt steeds nieuwsgieriger. Hij raakt nu echt in me geïnteresseerd en we stappen de fase in van het onderzoeken van wat we elkaar te bieden hebben. Het is tango dansen met hem, en het blijft van zijn kant uit op het grensgebied van mee instappen of over me heen lopen. Vergeleken met de eerste momenten heb ik na een half uur al zoveel meer connectie met hem. Het zal wel nog een traject zijn om deze zelfbewuste puber echt te laten ervaren dat hij van samenwerken niet minder wordt, wel méér. Dat hij zich niet klein moet maken. Dat hij uitgenodigd wordt in interactie te gaan in plaats van in reactie. Dat het OK is en zal blijven om kritisch te zijn rond wat er hem geboden en gevraagd wordt. Dat de vind-tocht naar wat nodig is in elke samenwerking een uitnodiging is tot groei, zowel gezamenlijk als individueel.

Het gaat er niet om te bereiken wat ik wil bereiken met hem. Het gaat erom een duidelijke intentie te hebben en te kijken hoe ik daar vanuit tot afstemming kom. Echt samenzijn is geen honderd procent die in gelijke of minder gelijke mate te verdelen is over de partners (in welke context dan ook). Echt samen ontstaat wanneer partners (in welke context dan ook) het zichzelf en elkaar gunnen om elk op zichzelf honderd procent te zijn, zodat elke partner van ‘samen’ méér kan worden in plaats van minder.

 

En Poupito? Dat is een heel proces. Zijn eigenaar is zich ervan bewust dat hij op dit moment voor twee grote valkuilen staat: die van kameraadschap met zijn paard en daardoor te weinig duidelijkheid bieden, en die van controle en daardoor vaak in strijd gaan.

Toen ik Poupito na het afronden van de sessie terug aan zijn eigenaar gaf, begon die liefdevol aan Poupito’s neus en lippen te frunniken, waarop het paard hem opzij dramde. De eigenaar zette Poupito voor dat gedrag op zijn plaats en Poupito steigerde. Tegelijkertijd logisch én jammer gedrag. Van beiden. Door geen duidelijkheid te bieden zet je jezelf niet in een leiderschapspositie. Niet van betekenis. Als vervolgens het paard dan dat hiaat aan duidelijkheid invult en daar vervolgens voor op z’n donder krijgt door dezelfde persoon die eerder – niet wetend –  in zijn gedrag aangaf op dat moment niet het leiderschap op te pakken en dus niet voor veiligheid te kunnen zorgen, is dat gewoonweg verwarrend. Niet meer, niet minder.

Poupito’s eigenaar is een schat van een man die heel goed kan zien waar hij in het proces met zijn paard staat. Hij wil dit proces de nodige aandacht, energie en tijd geven. Hij nodigde me uit twee keer per jaar hierheen te komen om hem met Poupito wat verder te begeleiden.

Was Karpathos maar dichterbij…


Geluk …

Met fragmenten uit “Het klavertje vier. Een fabel over Geluk” – Alex Rovira Celma & Fernando Trías de Bes, 2004

‘De volgende ochtend stond Sid enigszins ongerust op. Hij ging bij het stukje grond zitten dat hij had klaargemaakt en wachtte. De uren gingen voorbij, en er gebeurde niets. De dag ging voorbij, en er gebeurde nog steeds niets. “Goed, in elk geval heb ik deze dagen in het Betoverde Bos hartstochtelijk geleefd. Ik heb gedaan wat me goed en noodzakelijk leek”. Het was werkelijk heel moeilijk de juiste plek uit te kiezen waar het klavertjevier, het klavertje van het onbegrensde geluk, zou moeten opkomen. Maar opeens gebeurde er iets onverwachts. De wind, de Heer van de Bestemming en het Toeval, hij die zich schijnbaar naar willekeur beweegt, begon de bladeren van de bomen in beweging te brengen. En vervolgens begon het zaadjes te regenen, minuscule groengouden korreltjes. Het waren de zaadjes van het klavertjevier, elk zaadje was… een potentieel geluksklavertje! Het was er meer dan één… het régende zaadjes van klavertjesvier.

Het werkelijk ongelofelijke was dat ze niet alleen op de plek vielen waar Sid was, maar in het hele Betoverde Bos, werkelijk in alle hoeken en gaten van het bos. En niet alleen in het Betoverde Bos, maar in het hele koninkrijk. Het regende zaadjes van klavertjesvier boven de hoofden van de ridders die niet op de uitdaging van Merlijn waren ingegaan; het regende boven alle wezens van het bos, boven de Gnoom, boven de Sequoia, boven de Vrouwe van het Meer, boven Ston…; boven Nott en boven Morgana. Het regende zaadjes van klavertjesvier… overal!

De bewoners van het Betoverde Bos en van de rest van het koninkrijk besteedden er geen aandacht aan. Ze wisten dat deze vreemde regen van groengouden zaadjes eenmaal per jaar in deze periode viel. In feite hadden ze er elk jaar hinder van, want het was een nogal plakkerige regen…

Na verloop van enkele minuten hield de zaadjesregen van de klavertjesvier op. De minuscule groengouden zaadjes versmolten met de grond, als druppeltjes water in een oceaan, in alle hoeken van het Koninkrijk. Ze verdwenen eenvoudig als zaden die in een woestijn worden uitgestrooid. En zo gingen ze verloren, want ze ontkiemden niet. Miljarden en miljarden stierven er op de uitgeputte, harde en stenige grond van een donker bos.

Allemaal, behalve enkele tientallen die terechtkwamen op een klein stukje verse en vruchtbare aarde, op het plekje waar de zon scheen en de schaduw koelte schonk, waar genoeg water was en geen stenen lagen. Enkel en alleen aan die zaadjes ontsproten na verloop van korte tijd klavertjesvier, een heleboel spruiten van toverklavertjes, genoeg om het hele jaar geluk te hebben… tot aan de regen van het jaar daarop. Met andere woorden: onbegrensd geluk. Sid keek verrukt naar het Geluk dat hij gecreëerd had. Bewogen en ontroerd viel hij uit dankbaarheid op zijn knieën en kreeg tranen in zijn ogen…’

 

Toegegeven, ik ben het even kwijt geweest. Wat is dat, geluk? Gelukkig zijn? Ik heb er geen antwoord op en eerlijk gezegd, ik ben er niet meer mee bezig. Ik heb geleerd lange termijn intenties te hebben en die niet als doel te stellen, wel als bestemming, zoals in een GPS. Ik heb ook geleerd om daar stapje voor stapje aan te bouwen en te genieten van het proces. Mijn basisintentie? Ik wil met Equoia bijdragen: mensen en organisaties in hun kernkracht helpen staan, via de paarden en via wat zij voorleven. Hoe? In mijn achterhoofd klinken steevast de woorden van mijn mentor Pieter Baalbergen, in wiens rijke kennis van en doorleefde ervaring met het natuurlijke wezen paard ik me een aantal jaren mocht onderdompelen: “Als je resultaat wil bereiken, ga dan niet aan de slag met het resultaat. Creëer de omstandigheden waarin het resultaat kan gaan ontstaan”. Dat ligt helemaal in de lijn van de boodschap van “Klavertje vier”.

Er zijn vruchtbare akkers aan het ontstaan:

 

 

Oplossingsgericht werken heeft letterlijk en figuurlijk mijn wereld geopend: het heeft me  (h)echte samenwerkingen gebracht, alsook boeiende opleidingen, mogelijkheden en contacten in binnen-en buitenland. Ik mag met mijn paarden zalige lessen geven en waardevolle coachings doen. Mijn eigen locatie blijft zich ontwikkelen. Ik ben gestart met het schrijven van een boek over de essentie van wat ik via m’n paarden op een oplossingsgerichte manier in de wereld breng, en ik vind een ongelofelijk warm en ondersteunend netwerk om me heen…

 

‘Toen hij merkte dat de wind ging liggen, wilde Sid hem gedag zeggen en bedanken voor het brengen van de zaadjes. Dus riep hij hem, kijkend naar de hemel: “Wind, Heer van de Bestemming en het Toeval, waar ben je? Ik zou je willen bedanken!” De wind antwoordde hem: “Je hoeft me niet te bedanken. Elk jaar strooi ik rond deze tijd in het hele Betoverde Bos en in alle overige hoeken van het koninkrijk zaadjes uit van klavertjesvier. Ik ben de Heer van de Bestemming en het Toeval en breng volgens een vaste orde waar ik passeer de zaadjes van het Geluk. Anders dan velen denken, deel ik geen geluk uit, maar zaai het eenvoudig in gelijke delen overal uit. De geluksklavertjes zijn ontkiemd omdat jij daar de geschikte omstandigheden voor hebt geschapen. Ieder die hetzelfde gedaan had, zou Geluk hebben gecreëerd. Ik heb alleen maar gedaan wat ik altijd al doe. Het Geluk dat ik breng is er altijd al. Het probleem is dat bijna iedereen denkt dat je er niets voor hoeft te doen.” En hij vervolgde: “In feite maakte het niet uit welke plek je uitkoos. Het belangrijkste was dat je die klaar maakte zoals je hebt gedaan. Geluk is de optelsom van een kans en een goede voorbereiding. Een kans is er altijd.” En zo is het…’

 

Ik blijf vanuit Equoia zorgvuldig land bewerken tot een vruchtbare bodem voor geluk.

 

 

‘Maar het belangrijkste is dit, Sid: jij besloot niet op het toeval te vertrouwen om het klavertje te vinden, je koos ervoor de goede omstandigheden te scheppen waardoor het naar jou toe kon komen. Jij besloot zelf de bron van je geluk te zijn

 

 

Dus: de boerin, zij ploegde voort…

 


Toeval?

Mijn jongste broer draait nu lachend met zijn ogen en denkt “Daar gaan we weer…”.
We hebben er zalige broer-zus gesprekken over. Voor mijn broer bestaat het, voor mij niet.
Wie heeft gelijk? Allebei (hoewel, mijn gevoel roept: “Ik!”)

Toeval of geen toeval, er vallen toch vaak opvallend veel dingen samen. Voor mij zijn het wegwijzertjes die voor onvoorstelbare ‘toevalligheden’ zorgen. In het Engels is er een woord voor: serendipity.

Eén zo’n voorval brengt me bij het schrijven van deze blog.

In de zomer van 2016 gaf ik een workshop op de Solution Focus Summer Retreat in Szigetmonostor, Hongarije. Ik wilde de essentie delen van waar ik via Equoia voor sta.
De reacties waren overweldigend. Natalie, een van de Hongaarse deelnemers, nam me op de laatste dag van de Retreat bij m’n schouders, keek me recht in mijn ogen en zei: “Wendy, this was fantastic. You must promise me to never stop spreading this!”

Wist ik toen veel dat dit nog een vervolg zou krijgen…

 

In februari 2017 krijg ik een mail van Natalie. Ze is gevraagd een workshop te geven op de conferentie van de International Coach Federation in Boedapest, en ze wil dat met mij doen. Of ik daar zin in heb? Even twijfel ik: de conferentie valt in de week voor de datum waarop ik de derde Open Dag van Equoia heb gepland. Dat evenement vraagt veel voorbereiding, daarom wilde ik de week ervoor volledig vrij houden. Langs de andere kant zou ik het toch wel fijn vinden de workshop mee te verzorgen.
Ik zeg ja, op voorwaarde dat ik op één dag op en af kan. Een week later zijn mijn vliegtickets geboekt en hebben we skypegewijs de hoofdlijnen van de workshop uitgezet. Het voelt alsof we al jaren samenwerken.

Twee dagen voor de conferentie print ik de vliegtickets af. Er blijkt een spelfout in mijn naam te zitten. Ik neem contact op met de luchtvaartmaatschappij: “Normaal gezien zou dit geen probleem mogen opleveren mevrouw”. Ik neem het zekere voor het onzekere en laat de fout alsnog rechtzetten. Niets zal me tegenhouden overmorgen naar Boedapest te gaan!

De dag voor de conferentie heb ik een gigantisch sinterklaasgevoel. Ik kijk er enorm naar uit, én ik vind het spannend. Dat laatste betert niet als ik ’s avonds nog een laatste keer skype met Natalie en we last minute nog wat sleutelen aan het concept.

17 mei. Goede vriendin Petra is zo lief (én zo gek) om me om 4u ’s morgens op te bellen zodat ik zeker op tijd uit mijn bed geraak. Op het moment dat ze me belt, ben ik mijn paarden al aan het verzorgen. Ik stap de douche in, douche me ijskoud af en om 4.45u vertrek ik met een gerust gevoel richting Charleroi Airport.

Tien minuten vroeger dan gepland land ik in Boedapest, nog eens tien minuten later zit ik in de taxi om een goed half uur voor de start van onze workshop Natalie een dikke knuffel te geven. Heerlijk soulmategevoel!

 

Onze workshop (“Self Reflection: Reflexion of me, myself and you”) verloopt alsof we al jaren samenwerken. De voorbereidingen van gisterenavond op skype en vanochtend op het vliegtuig blijven buiten beeld. Trouw aan de boodschap die we willen brengen, pikken we op wat er nodig is en zo ontstaat een workshop die toch weer anders verloopt dan we in ons hoofd hadden:
sterk staaltje “Be pepared, then go with the flow!”.

De reacties zijn overweldigend. Ik ben geraakt door zoveel erkenning.

 

Tijdens de lunch babbelen we gezellig bij en worden we nog regelmatig aangesproken over onze workshop, ook door het hoofd van ICF Hongarije.

 

Na de lunch volg ik samen met Natalie nog een workshop, in het Hongaars.
Natalie vertaalt de achtergrond voor me in het Engels, dan volgt een experiment.

Er is een coaching oefening voorzien, in trio’s: een coach, een coachee, een observator. Ik pak de rol op van observator en vraag de twee anderen de coaching in het Hongaars te doen. John Brooker inspireerde me tot dit experiment: hij vertelde vorige zomer in Szigetmonostor over een Solution Focus coaching waarbij de coach en de coachee elk een andere taal spraken en elkaars taal niet verstonden. De vragen van de coach werden voor de coachee door een tolk vertaald, de antwoorden van de coachee werden niet vertaald voor de coach. Het werd een succesvolle coaching  dankzij de kracht van oplossingsgerichte vragen en de info vanuit non-verbale communicatie.

En zo observeer ik een coaching waarvan ik geen woord versta. Achteraf gaf ik terug wat ik op basis van hun non-verbale communicatie had zien gebeuren in het proces tussen coach en coachee en dit kwam verrassend overeen met wat beide Hongaarse collega’s in hun coaching hadden ervaren. Bijzonder!

Om drie uur staat de taxi klaar om me terug naar de luchthaven te brengen. Inchecken gaat vlot, ik zet me nog een uurtje op een rustige plek om de ervaringen van de dag te laten binnenkomen. Op het vliegtuig geniet ik van het uitzicht en mijmer ik over geluk…

Zie volgende blog…


Onze missie: geïnspireerd door de paarden

De missie van Equoia is “Authentiek zorgen voor jezelf i.f.v. de context”. Hoe we daarbij komen?
In 2004 kwam er een boek op mijn pad dat mee mijn richting zou bepalen: “De boodschap van de paarden” van Klaus Ferdinand Hempfling. Eén passage raakte me in het bijzonder: zo wilde ik zijn, dit wilde ik doen!

“In de weken die volgen zie ik de hengst niet meer staan, want ik ben gefascineerd door het paard dat de leiding heeft zonder ook maar in het minst heerszuchtig te zijn, dat leidt, onophoudelijk, zonder druk uit te oefenen, zonder te eisen of te dwingen, zonder geweld en zonder een of andere demonstratie van haar macht: de leidende merrie, terughoudend en opofferingsgezind. In dit wezen vermoed ik een sleutel, die me een beter begrip van de wereld zou kunnen geven.” (blz 126).

missie-equoia-foto2

De opleiding die ik dat jaar startte bij Pieter Baalbergen in Nederland, maakte deze passage steeds concreter. Ik leerde hoe hoger in rang staande dieren in een kudde steeds in de eerste plaats goed voor zichzelf zorgen: zo zullen hoger in rang staande dieren eerst zelf eten en drinken. Medelijden bestaat niet, zorgzaamheid wel: een veulen dat niet goed meekan wordt aangemoedigd, als het echter zijn eigen (levens)kracht niet vindt, blijft het uiteindelijk achter.
Het goed voor zichzelf zorgen van leidddieren heeft wel steevast een dienende rol: hun eindpunt is niet zichzelf, wel de kudde! Als zij niet goed voor zichzelf zorgen, kunnen zij niet van betekenis zijn voor de kuddeleden en maken zij het geheel – en dus ook zichzelf – zwakker. Vandaar “Authentiek zorgen voor jezelf”: enkel zorgen voor jezelf voedt egoïsme, authentiek zorgen voor jezelf houdt in dat je wil dat ook anderen daar beter van worden.

Het zette me op het spoor van de werkelijke betekenis van eigen verantwoordelijkheid: als ik wil gezien worden, zal ik ervoor moeten zorgen dat ik mezelf zichtbaar maak. Als ik een probleem heb, blijf ik daar eigenaar van, ik kan niet iemand anders verantwoordelijk maken voor wat voor mij belangrijk is. Ik ga wél op zoek naar mensen en middelen die me kunnen helpen bij het vinden van oplossingen, maar het blijft mijn probleem. Als een ander een probleem heeft, blijft die daar eigenaar van, ik ben niet verantwoordelijk voor wat voor iemand anders belangrijk is. Ik kan wél meehelpen bij het vinden van oplossingen, maar het blijft het probleem van de ander.

“Helpen” betekent niet jezelf wegcijferen, het is met uitgestoken hand de ander uitnodigen die hand vast te pakken en samen verder op weg te gaan.

“de leidende merrie, terughoudend en opofferingsgezind” is zo voor mij de veruitwendiging geworden van waarachtige kracht.
Ik wil in alles wat ik doe authentiek zorgen voor mezelf, i.f.v. de context. En ik wil anderen uitnodigen en inspireren hetzelfde te doen.

 


Equoia : de naam

Inspirator voor de naam Equoia is een imposante sequoiaboom op landgoed Cortils in Blègny bij Luik .
Hij is het symbool van waar Equoia voor staat:

SEQUOIA

Diep geworteld,
immer stromende Kracht
gehuld in majestueuze Zachtheid,
getooid met statig deinende Veerkracht.

Inspirator.

Hoeder van mijn Missie.

Equoia staat voor stevig gegrond zijn en spreekt bij mensen en paarden potentie en power aan. Alerte zachtheid wakker maken, zowel fysiek als mentaal, en de veerkracht vinden die nodig is om soepel te kunnen omgaan met veranderingen staan centraal.

Equus is het Latijnse woord voor paard; Oya is een West-Afrikaanse moedergodin die in verband gebracht wordt met (plotselinge) verandering. Ze is voortdurend bezig veranderingen door te voeren en oude structuren te doorbreken. Oya beheerst de wind, het vuur, het water, de regenboog, kortom de natuurkrachten.

Equoia-de-naam700

Waarom coaching met ondersteuning van paarden?

Onze coachings zijn bedoeld voor iedereen die in zijn of haar leven op zoek is naar de power die tot creëren leidt en zich daar op een of andere manier in voelt vastlopen. Ervaar je angst? Voel je jezelf onzeker of afhankelijk? Vind je het moeilijk jezelf ‘zichtbaar’ te maken? Heb je moeite met het aangeven van grenzen? Ben je burn-out en heb je nood aan extra ondersteuning in het terug oppakken van wat haalbaar is?

Wat paarden voor mensen zoal kunnen bijdragen?

equoia-synchroniteit

Dat paarden vluchtdieren zijn, houdt niet in dat ze angstig zijn. Integendeel. Paarden zijn meesters in overzicht, zorgvuldigheid, power, duidelijkheid…
Paarden verspillen geen energie. Integendeel. Paarden doen wat nodig is, op het moment dat nodig is, in het volume dat nodig is…