Geluk …
Met fragmenten uit “Het klavertje vier. Een fabel over Geluk” – Alex Rovira Celma & Fernando Trías de Bes, 2004
‘De volgende ochtend stond Sid enigszins ongerust op. Hij ging bij het stukje grond zitten dat hij had klaargemaakt en wachtte. De uren gingen voorbij, en er gebeurde niets. De dag ging voorbij, en er gebeurde nog steeds niets. “Goed, in elk geval heb ik deze dagen in het Betoverde Bos hartstochtelijk geleefd. Ik heb gedaan wat me goed en noodzakelijk leek”. Het was werkelijk heel moeilijk de juiste plek uit te kiezen waar het klavertjevier, het klavertje van het onbegrensde geluk, zou moeten opkomen. Maar opeens gebeurde er iets onverwachts. De wind, de Heer van de Bestemming en het Toeval, hij die zich schijnbaar naar willekeur beweegt, begon de bladeren van de bomen in beweging te brengen. En vervolgens begon het zaadjes te regenen, minuscule groengouden korreltjes. Het waren de zaadjes van het klavertjevier, elk zaadje was… een potentieel geluksklavertje! Het was er meer dan één… het régende zaadjes van klavertjesvier.
Het werkelijk ongelofelijke was dat ze niet alleen op de plek vielen waar Sid was, maar in het hele Betoverde Bos, werkelijk in alle hoeken en gaten van het bos. En niet alleen in het Betoverde Bos, maar in het hele koninkrijk. Het regende zaadjes van klavertjesvier boven de hoofden van de ridders die niet op de uitdaging van Merlijn waren ingegaan; het regende boven alle wezens van het bos, boven de Gnoom, boven de Sequoia, boven de Vrouwe van het Meer, boven Ston…; boven Nott en boven Morgana. Het regende zaadjes van klavertjesvier… overal!
De bewoners van het Betoverde Bos en van de rest van het koninkrijk besteedden er geen aandacht aan. Ze wisten dat deze vreemde regen van groengouden zaadjes eenmaal per jaar in deze periode viel. In feite hadden ze er elk jaar hinder van, want het was een nogal plakkerige regen…
Na verloop van enkele minuten hield de zaadjesregen van de klavertjesvier op. De minuscule groengouden zaadjes versmolten met de grond, als druppeltjes water in een oceaan, in alle hoeken van het Koninkrijk. Ze verdwenen eenvoudig als zaden die in een woestijn worden uitgestrooid. En zo gingen ze verloren, want ze ontkiemden niet. Miljarden en miljarden stierven er op de uitgeputte, harde en stenige grond van een donker bos.
Allemaal, behalve enkele tientallen die terechtkwamen op een klein stukje verse en vruchtbare aarde, op het plekje waar de zon scheen en de schaduw koelte schonk, waar genoeg water was en geen stenen lagen. Enkel en alleen aan die zaadjes ontsproten na verloop van korte tijd klavertjesvier, een heleboel spruiten van toverklavertjes, genoeg om het hele jaar geluk te hebben… tot aan de regen van het jaar daarop. Met andere woorden: onbegrensd geluk. Sid keek verrukt naar het Geluk dat hij gecreëerd had. Bewogen en ontroerd viel hij uit dankbaarheid op zijn knieën en kreeg tranen in zijn ogen…’
Toegegeven, ik ben het even kwijt geweest. Wat is dat, geluk? Gelukkig zijn? Ik heb er geen antwoord op en eerlijk gezegd, ik ben er niet meer mee bezig. Ik heb geleerd lange termijn intenties te hebben en die niet als doel te stellen, wel als bestemming, zoals in een GPS. Ik heb ook geleerd om daar stapje voor stapje aan te bouwen en te genieten van het proces. Mijn basisintentie? Ik wil met Equoia bijdragen: mensen en organisaties in hun kernkracht helpen staan, via de paarden en via wat zij voorleven. Hoe? In mijn achterhoofd klinken steevast de woorden van mijn mentor Pieter Baalbergen, in wiens rijke kennis van en doorleefde ervaring met het natuurlijke wezen paard ik me een aantal jaren mocht onderdompelen: “Als je resultaat wil bereiken, ga dan niet aan de slag met het resultaat. Creëer de omstandigheden waarin het resultaat kan gaan ontstaan”. Dat ligt helemaal in de lijn van de boodschap van “Klavertje vier”.
Er zijn vruchtbare akkers aan het ontstaan:
Oplossingsgericht werken heeft letterlijk en figuurlijk mijn wereld geopend: het heeft me (h)echte samenwerkingen gebracht, alsook boeiende opleidingen, mogelijkheden en contacten in binnen-en buitenland. Ik mag met mijn paarden zalige lessen geven en waardevolle coachings doen. Mijn eigen locatie blijft zich ontwikkelen. Ik ben gestart met het schrijven van een boek over de essentie van wat ik via m’n paarden op een oplossingsgerichte manier in de wereld breng, en ik vind een ongelofelijk warm en ondersteunend netwerk om me heen…
‘Toen hij merkte dat de wind ging liggen, wilde Sid hem gedag zeggen en bedanken voor het brengen van de zaadjes. Dus riep hij hem, kijkend naar de hemel: “Wind, Heer van de Bestemming en het Toeval, waar ben je? Ik zou je willen bedanken!” De wind antwoordde hem: “Je hoeft me niet te bedanken. Elk jaar strooi ik rond deze tijd in het hele Betoverde Bos en in alle overige hoeken van het koninkrijk zaadjes uit van klavertjesvier. Ik ben de Heer van de Bestemming en het Toeval en breng volgens een vaste orde waar ik passeer de zaadjes van het Geluk. Anders dan velen denken, deel ik geen geluk uit, maar zaai het eenvoudig in gelijke delen overal uit. De geluksklavertjes zijn ontkiemd omdat jij daar de geschikte omstandigheden voor hebt geschapen. Ieder die hetzelfde gedaan had, zou Geluk hebben gecreëerd. Ik heb alleen maar gedaan wat ik altijd al doe. Het Geluk dat ik breng is er altijd al. Het probleem is dat bijna iedereen denkt dat je er niets voor hoeft te doen.” En hij vervolgde: “In feite maakte het niet uit welke plek je uitkoos. Het belangrijkste was dat je die klaar maakte zoals je hebt gedaan. Geluk is de optelsom van een kans en een goede voorbereiding. Een kans is er altijd.” En zo is het…’
Ik blijf vanuit Equoia zorgvuldig land bewerken tot een vruchtbare bodem voor geluk.
‘Maar het belangrijkste is dit, Sid: jij besloot niet op het toeval te vertrouwen om het klavertje te vinden, je koos ervoor de goede omstandigheden te scheppen waardoor het naar jou toe kon komen. Jij besloot zelf de bron van je geluk te zijn’
Dus: de boerin, zij ploegde voort…